Stress of burnout?
Neem de regie over jouw gezondheid!
De vraag die ik veruit het meest krijg is: hoe weet ik of ik een burnout heb? Dit is tevens de meest gegooglede vraag. Het antwoord op deze vraag lijkt voor mijn cliënten belangrijk te zijn als verantwoording voor de klachten die ze voelen. En wellicht nog wel belangrijker: verantwoording naar de mensen in hun omgeving. Zie je wel? Ik heb écht ergens last van.
Er is een aantal richtlijnen en kaders waarbinnen we stress, overspanning en burnout kunnen definiëren. Belangrijk om hierbij te vermelden is dat de grenzen tussen deze stadia erg vaag zijn, kunnen veranderen en voor iedereen verschillend zijn. Handig toch?
Geen zorgen, ik dit artikel neem ik je mee aan de hand van een aantal criteria waarvan in ieder geval duidelijk is dat het een zekere glijdende schaal van stressniveau weergeeft. Al naar gelang waar jij je op deze schaal begeeft kun je de gepaste maatregelen treffen, met hulp van een professional.
De DSM-V Criteria
Binnen de traditionele geestelijke gezondheidszorg is het DSM-V handboek zo ongeveer de bijbel van de diagnoses. Vaak betreft het hier goed afgebakende diagnoses die vast te stellen zijn door een gesprek met een psychiater of psycholoog. Wat betreft stress, overspanning en burnout ligt dit een stuk gecompliceerder. Er bestaat immers geen handboek om stress te testen.
Objectieve stress versus subjectieve stress
Om te beginnen is stress erg subjectief. Wat voor de één veel stress oplevert is voor de ander een uitdaging en andersom. Deze objectieve stress is daarom voor het vaststellen van de mate van stress niet zo belangrijk. Veel belangrijker is de mate van subjectieve stress. Met andere woorden: hoe kijk jij tegen deze ‘stressoren’ aan en op welke manier handel je daarnaar. Binnen de stresscoaching wordt voor het onderscheid van objectieve en subjectieve stress vaak het stressmodel van Fransen gebruikt.
Als we kijken naar wat stress eigenlijk is dan kunnen we concluderen dat de kern van stress angst is. Probeer jezelf eens de vraag te stellen: waar zou ik zijn als ik mezelf niet liet beïnvloeden door beperkende gedachten?
Voorbeelden van beperkende gedachten kunnen zijn: ‘ik ben niet goed genoeg’ of ‘ik ben bang om te falen’. Deze beperkende gedachten worden vaak gevoed uit de gedachte ‘wat als’, meestal gevolgd door een gedachte over het slechtst mogelijke scenario. Traditionele rasoptimisten kennen deze gedachten niet of nauwelijks. Zij denken in mogelijkheden in plaats van gevaren.
Wanneer we dit toepassen op het stressmodel van Fransen kunnen we concluderen dat de subjectieve druk voor de grootste invloed op het mentale welzijn zorgt. Natuurlijk zijn er objectief dingen die je kunt veranderen, zoals bijvoorbeeld minder gaan werken of verantwoordelijkheden uitbesteden.
De grootste winst zit echter in het positief denken en het bevragen van jouw beperkende overtuigingen. Door dit vraagstuk serieus te nemen geef je ruimte aan een andere geluid, een tegengeluid. Dit wordt ook wel ‘omdenken’ genoemd.
Stress, overspannen of burnout?
Dan nu naar de hamvraag van dit artikel. Hoe weet ik of ik ‘gewoon’gestresst ben of een burnout heb? In algemene zin kunnen we stellen dat stress een verschil is tussen de draagkracht en de draaglast van een persoon. Die draagkracht is voor iedereen verschillend. Een lagere draagkracht betekent absoluut niet dat je een zwak persoon bent. Misschien voel je dingen heftiger, trek je je dingen meer aan en ben je begaan met jouw medemens. Wanneer je het zo formuleert klinkt dat al een stuk positiever. Omdenken!
Binnen de traditionele geestelijke gezondheidszorg bestaat er een inventarisatie om te bepalen of iemand gestresst, overspannen is of een burnout heeft. Hoewel ik het niet helemaal eens ben met een strakke onderverdeling biedt het wel houvast om deze fases verder te bespreken.
In eerste instantie wordt bij stress gekeken naar een aantal onderdelen en symptomen: slapeloosheid, prikkelbaarheid, emotionele (in)stabiliteit, piekeren, concentratieproblemen en vergeetachtigheid. Deze symptomen gaan vaak gepaard met een gevoel van machteloosheid of controleverlies al dan niet in combinatie met paniek(aanvallen). Als deze symptomen leiden tot een beperking in het beroepsmatig en sociaal functioneren dan kunnen we spreken van overspanning.
Medisch gesproken wordt een burnout gediagnosticeerd als deze klachten langer dan 6 maanden aanwezig zijn en waarbij vermoeidheid en uitputting op de voorgrond staan. Belangrijk om hierbij te vermelden is dat deze periode van 6 maanden zeer bestrijdbaar is. Het kan zeker zo zijn dat je in een kortere periode veel (meer) stress ontwikkelt. Je kunt deze 6 maanden het beste beschouwen als een richtlijn. Vertrouw je het niet, neem dan direct contact op met een hulpverlener.
De Maslach Burnout Inventory
De Maslach Burnout Inventory is in 1986 ontwikkeld en geldt vandaag de dag nog steeds als basis voor vele nieuwere vormen van diagnosticering bij burnout. De criteria richten zich op drie pijlers: emotionele uitputting, depersonalisatie en persoonlijk succes. Er zijn diverse adaptaties geweest van dit systeem. Het grote fundamentele probleem blijft echter dat deze vorm van diagnosticeren overwegend gericht is op het werk. Inmiddels weten we dat ook het privéleven een significante invloed heeft op het ontstaan van een burnout. Daarnaast zijn onderdelen zoals de invloed van de maatschappij en social media hierin niet meegenomen. Staar je er dus niet blind op als je geen werkstress ervaart. Stress, overspannenheid en burnout kan ook thuis ontstaan.
Merk je dat je onverschillig(er) of cynisch(er) wordt en herken je dit niet van jezelf, dan kan het raadzaam zijn om hier met iemand over te praten. Als jij of jouw omgeving merkt dat je een negatiever zelfbeeld krijgt kan dit ook een signaal zijn van teveel stress of een naderende burnout.
Conclusie
Herken je deze symptomen bij jezelf? Spreek jezelf dan uit! Je kunt bijvoorbeeld op jouw werk vragen of er een aangesloten coach of therapeut beschikbaar is om de symptomen die je voelt te bespreken.
Op het moment dat je twijfelt aan jouw mentale gezondheid of stress-en spanningsklachten trek dan aan de bel. Het is zonde om daar langer mee rond te lopen, want er is goede hulp beschikbaar. Hoe eerder je erbij bent hoe eerder de trein tot stilstand gebracht kan worden en er kan worden geëvalueerd wat de beste weg voorwaarts is.
Daarnaast zie ik veel heil in preventieve informatievoorziening door werkgevers in combinatie met specialisten. Ook vind ik dat vragen over de mentale gezondheid een standaard onderdeel moet worden van een routine huisartsbezoek. Zeker wanneer er ingrijpende levensgebeurtenissen hebben plaatsgevonden, zoals bijvoorbeeld de geboorte van een kind. Een rol ligt daarin weggelegd voor de zorgverzekeraars die meer geld zouden kunnen vrijmaken voor preventieve specialistische mentale gezondheidszorg in plaats van generieke curatieve mentale gezondheidszorg.
Dit is helaas nog verre toekomstmuziek, dus ik zou je op het hart willen drukken om jezelf op de eerste plaats te zetten. Laat je niet met een kluitje in het riet sturen en ga op zoek naar goede en gespecialiseerde hulp.